vrijdag, juni 14, 2002

China / Drie keer zelf van de modelchinees
door Frits de Lange
2002-06-14

Op bijbels en een laptop met godgeleerde software lette de douane niet, wel op stanleymesjes en semtex. Een Nederlandse Samen-op-wegdelegatie, waaronder de Kamper hoogleraar Frits de Lange, reisde op uitnodiging van de China Christian Council (CCC) door het land van Drie Zelf, kerkgroei en Falun Gong, de 'levensgevaarlijke sekte die aanzet tot (zelf)moord en landverraad'.


De Chinese kerken maken een spectaculaire groei door, van 700000 protestanten in 1949 bij de stichting van het 'nieuwe' China, via 3 miljoen na de Culturele Revolutie toen religie verboden was, naar 15 tot 20 miljoen nu. En elk jaar komen er een miljoen gedoopten bij.

Gevraagd naar het waarom van die groei kwam één antwoord telkens terug: protestanten staan bekend als voorbeeldige burgers met een hoogstaande sociale moraal. De voormalige zwartrijder koopt als christen nu twee treinkaartjes. De gelovige die door een fietser in het donkere Peking omver wordt gereden, vervloekt niet de schuldige, maar vraagt zorgzaam hoe het met hém gaat. Het is dit soort morele heldenverhalen dat de ronde doet.

Hun protestantisme is bovendien echt Chinees: er hangt niet langer het imago omheen van buitenlandse zendingsarbeid. Met boeddhisme, taoïsme, confucianisme, islam en katholicisme is het een door de staat erkende godsdienst. Maar terwijl het katholicisme zich nog steeds oriënteert op Rome (ook al heeft de legale katholieke kerk alle officiële banden met het Vaticaan doorgesneden) staan de protestantse kerken op zichzelf.

Ze wezen, op aandrang van de machthebbers, na 1949 alle zendingsdenominaties de deur en richtten de Drie Zelf Patriottische Beweging op, met kerkelijk zelfmanagement, financiële zelfstandigheid, en zelfverkondiging. Men is 'postdenominationeel', zonder geïmporteerde schisma's.

Eén-kind-politiek of de positie van Taiwan, de Chinese protestant is voorbeeldig. Dat maakt geloven op zijn protestants blijkbaar heel aantrekkelijk. Daarnaast bevredigt het na jaren van opgelegd staatsatheïsme de behoefte aan spiritualiteit. Voeg daarbij het moderne imago dat het protestantisme met zijn nadruk op individuele verantwoordelijkheid heeft in een land dat in hoog tempo het kapitalisme omarmt, en men krijgt een idee waarom protestant worden in China tegenwoordig zo booming is.

Een politiek correcte kerk dus, die lijkt op de protestantse kerken in de voormalige DDR, die na de bouw van de muur kozen voor een 'kerk in het socialisme'. Uit gesprekken met de mensen van het eerste uur, dr. Han Wen Zao en bisschop K.H. Ting, blijkt het een strategie te zijn van behoedzaam manoeuvreren, die de kerk in staat stelde om te overleven.

Ook al is nu de bewegingsruimte groter dan ooit tevoren, zij is nog steeds beperkt. De grondwet garandeert vrijheid van godsdienst, maar hoe weinig rek daarin zit, bewijst het verbod op de Falun Gong -door protestanten overigens steevast omschreven als een levensgevaarlijke sekte die aanzet tot (zelf)moord en landverraad.

Bestaat er een 'ondergrondse kerk', die de eed van trouw aan het regiem niet wil afleggen? Er zijn zeker groepen christenen die zich niet willen laten registreren door de overheid. Om geloofsredenen, omdat ze alleen een hemels burgerschap willen erkennen; omdat ze -met name op het platteland- nog steeds bang zijn voor de willekeur van lokale machthebbers; of omdat ze het Drie Zelf-dogma niet delen en zich toch willen oriënteren op het Westen. Maar schattingen over de omvang van die groepen zijn natte-vingerwerk, van 70 tot hoogstens 5 miljoen; hoe minder men zelf op de hand van China is, des te hoger de schatting.

In moderniserend China gaan ook protestanten een nieuwe tijd tegemoet. Achter hen ligt het China van Mao Zedong, die het land isoleerde, met de Culturele Revolutie ('Terrorisme! Fascisme!', aldus dr. Han) als apocalyptisch sluitstuk. Het China van nu is een dynamische samenleving die zich opent voor de wereldeconomie. In Shanghai kun je zien hoe dat gaat. Een stad van 15 miljoen waar elke dag weer nieuwe wolkenkrabbers, snelwegen, fabrieken worden bijgebouwd. De stad is één grote bouwput. Overdag gehuld in een klamme deken van grijze smog, 's nachts verlicht met spetterend neon. Roerganger Mao kijkt nog steeds obligaat op ons neer vanaf gigantische billboards. Maar naast hem staat een reuzenscherm opgesteld, waar we samen met duizenden Chinezen kijken naar de teleurstellende verrichtingen van het Chinese elftal op de wereldkampioenschappen voetbal.

Kan Peking dit nog communistisch controleren? De tegenstelling tussen het arme platteland en de rijke steden in het oosten groeit met de dag. En wie het Westen economisch binnenlaat, zal dat vroeg of laat toch ook cultureel en politiek moeten doen? Totnogtoe blijkt daar weinig van: te gast op het nationale Bureau voor Religieuze Zaken in Peking werd ons nog eens haarfijn uitgelegd wat de ruimte én de beperking van de grondwettelijke vrijheid van godsdienst is. Registratie ja, Falun Gong nee.

Binnen deze grenzen manoeuvreert de CCC. De juist gekozen voorzitter van de Raad, ds. Cao Sheng-Jie is van de oude garde en onderwees ons hartstochtelijk het Drie Zelf. Maar ze vertelde ook dat tijdens het laatste CCC-congres alle aandacht was uitgegaan naar 'theologische reconstructie' in de Chinese kerken. De 21e eeuw wacht. Er is een enorm gebrek aan predikanten, aan theologisch kader. De fase van overleven voor deze kerken lijkt voorbij, nu komt het aan op inhoud en ontwikkeling. Afzetten tegen het vroegere theologisch imperialisme van Westerse zendelingen is niet genoeg, wie zich vandaag in China protestant noemt, zal moeten zeggen wat dat dan wél betekent.

Europese partners blijken daarbij van harte welkom, maar wel op Chinese voorwaarden. Want men wil het nog steeds allemaal zélf, drie keer zelf, doen. Ondertussen wordt in Nanjing op dit moment de Institutie van Calvijn in het Chinees vertaald.

Geen opmerkingen: