\
Ruzie in EU over toestaan coffeeshops
van onze correspondent REMCO DE JONG

LUXEMBURG - Europese ministers van Justitie zijn het gisteren in Luxemburg niet eens geworden over een strengere gemeenschappelijke aanpak van drugshandel. Minister Benk Korthals eiste dat voor het huidige Nederlandse coffeeshopbeleid een uitzondering wordt gemaakt.


Landen als Frankrijk en Zweden willen dat binnen de Europese Unie een maximumstraf van een jaar kan worden opgelegd voor het bezit van kleine hoeveelheden softdrugs. Dat zou het Nederlandse coffeeshopbeleid op de helling zetten.

Over de andere punten raakten de ministers het wel eens. Zo zullen de vijftien lidstaten maximumstraffen gaan invoeren tussen de vijf en tien jaar voor de handel in harddrugs, voor de productie en handel in grondstoffen en voor georganiseerde bendes die de drugs op de markt brengen. Minister Korthals zei het 'jammer' te vinden dat geen overeenstemming was bereikt. Nederland wenst niet mee te werken aan de aantasting van het drugsbeleid, aldus Korthals.

Op dit moment heeft het bestraffen van softdrugsgebruik geen prioriteit. Het verhogen van de theoretisch op te leggen maximumstraf zou een negatief signaal geven en het gebruik van hasj en marihuana criminaliseren. Met name vanuit het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid was er dan ook grote druk op Korthals om het huidige beleid te verdedigen.

Nederland zal de Opiumwet moeten aanpassen om aan de Europese regels te voldoen. Op dit moment gelden maximumstraffen tot zeven jaar voor georganiseerde drugsbendes. Dat moet tien jaar worden. De maximumstraf die kan worden opgelegd bij bezit van harddrugs, zou van vier naar vijf jaar stijgen.

Korthals wilde wel akkoord gaan met een maximumgevangenisstraf van een jaar, na gebruik en of bezit van kleine hoeveelheden softdrugs, op voorwaarde dat een uitzondering zou worden gemaakt voor handel in kleine hoeveelheden softdrugs die niet schadelijk zijn. Op die manier kunnen coffeeshops verder worden gedoogd.










© Het Parool, 14-6-2002